Botro Switi … Fa a bari sa tan opo?

ALAKONDRE: A Space in Time is bijna afgerond. Het laatste onderdeel van dit project is Manifestatie 1980 – 1989: Surinaamse verhalen van vreugde en verdriet. Deze eindmanifestatie is tot en met 31 december 2022 te ervaren in Readytex Art Gallery (RAG), Paramaribo. Het is een artistiek experiment dat het publiek in de gelegenheid stelt om iets persoonlijks bij te dragen aan ons collectief archief. Het is ook een poging tot het bekijken en waar nodig gezamenlijk herijken van dat archief. Een vraag en enkele instructies nodigen hiertoe uit. De vraag ‘Waar denkt u op dit moment aan?’ dwingt bezoekers in het Hier en Nu te zijn. Maar de instructies dirigeerden tot het tegendeel: om terug in de tijd te gaan. 

De eindmanifestatie focust op ons collectief archief. Iedereens wordt in gelegenheid gesteld actief deel te nemen aan de uitbreiding hiervan, waarvoor bezoekers worden verleid hun gedachten, gevoelens en/of herinneringen over Suriname in de jaren tachtig bij RAG te deponeren. Deze persoonlijke fragmenten bewaren moet bijdragen aan een nationale dyeme … Kortom een ruimte van collectieve zucht. 

Het experiment om in het collectieve archief te duiken is een idee van Xavier Robles de Medina. Behalve Xavier weet ook Alida Neslo op een geniale manier gewicht te geven hieraan. De vormgeving van wat als bijna ‘inhoudsloze’ gebeurtenis begint heb ik samen met het RAG-team vorm mogen geven. Zo is een ruimte geschapen die symbolisch dienstdoet als een dyeme van Suriname in het Hier en Nu. Ook de eerste bezoeker op de dag na de opening concludeert dat dit een dyeme is. Met haar samenvatting over de eigen ervaring verlaat deze vrouw RAG vragend en verzuchtend. Het bevestigt hoe urgent dit initiatief is. Dat haar conclusie over deze manifestatie nu, bijna twee weken na onze ontmoeting, nog echoot in mijn gedachten is voor mij niet zo raar. 

Ze stond voor de ingang van de gallery naar binnen te gluren. Na mijn uitleg over reden en bedoeling stapte deze vrouw binnen. Het voelde als bezoek van een heilige. Ze ging de safe space van de manifestatie in. Ik ging door met het aanbrengen van beelden en teksten die bezoekers achterlieten op de openingsavond. Verschillende mensen hadden die avond in diezelfde safe space van Manifestatie 1980 – 1989: Surinaamse verhalen van vreugde en verdriet hun verhaal gedeponeerd. Daarna kon ik aan de slag en hing de inhoud van een leeggehaalde verzameldoos aan linten die naast de safe space zijn geplaatst. Terwijl ik zo mijn werk deed, was die mevrouw in alle stilte simultaan haar verhaal aan het doen. Ze kwam niet leeg en niet alleen, maar was met haar zoon die een beperking leek te hebben. Of misschien zag ik juist geestelijke bijzonderheden? Beiden konden hun ei kwijt. Een opluchting. Een zucht. 

Gebaren hebben kracht. In de verzuchting van een voor mij belangrijke bezoeker zie ik de kracht van het gebaar. Dat blijkt uit het ritme dat haar ogen met mij delen. Een opluchting? Een zucht? Ik denk alleen: Gebaren gaan toch voorbij woorden? Het ritme en de lichaamstaal zijn bijvoorbeeld belangrijke gebaren die ons dieper in verbinding met elkaar duwen. Want ook al zou die bezoeker geen woord uitspreken, zou ik toch begrijpen hoe diep ze deze manifestatie ervaart. 

Pijn, frustratie en/of trauma zijn niet te ontwijken. Het zijn essentiële aspecten van het leven die zich als het geweld van elke cultuur manifesteren. Dergelijke hebi werken als trap onder onze kont om ons vermogen te vergroten onszelf naar grotere hoogte (of diepte) te brengen. Ik denk dat ze als spirituele huishouding gelden en nodig zijn voor groei, wat ons individueel en collectief goed doen. Zo stel ik aan het begin van ALAKONDRE: A Space in Time vast dat moet openbaren wat broodnodig is in de Surinaamse context. Bij deze intentie houd ik rekening met openbaringen uit het slavernijverleden. Echter blijkt nu dat dit vraagstuk in relatie tot alakondre niet bepalend is. Daarom lijkt het slavernijverleden in de Suriname context voor mij een gepasseerd station. Maar wie ben ik om dit te vinden? 

Ik begrijp dat er in de Nederlandse context behoefte is voor dialoog over het slavernijverleden. Bijzonder is dat dit vraagstuk in dialogen bij RAG bijna geen rol speelt, en ik merk dat een zeer relevant en belangrijk deel van Surinaamse beeldende kunstenaars geen behoefte (meer) heeft voor een dergelijk gesprek. Aan de orde komen andere onderwerpen die om collectieve heling vragen. Misschien dat geen enkele RAG-kunstenaar daarom behoefte schijnt te hebben om zich in te mengen bij het ontwerp voor een slavernijmonument. Mag ik dan ook vaststellen dat wij niet verder rondjes willen draaien rond dat verleden? Misschien is het dan ook tijd om stil te staan bij bevrijding en precies dat te vereeuwigen. Wie excuses wil aanbieden, aanvaarden en/of schuldbetalingen wil verstrekken en/of ontvangen heeft uiteraard wel alle recht daartoe. Waar ik persoonlijk ontzettend trots op ben is dat de RAG-kunstenaars, waar ik intussen ook toe behoor, geen van allen in enige vorm een directe en/of grote behoefte hebben om zich te mengen in dat stukje karma van de Nederlandse zalig- en ziel(ig)heid. 

Ik ben dankbaar dat ik mocht meeliften in de alakondre-trein. Deze rit heeft mij veel gebracht. In contact met RAG, met Alida en met voorgangers die alakondre in de Surinaamse kunst en cultuur hebben geproclameerd, is een zaad geplant die met de juiste grond en omstandigheden kan uitgroeien tot een magische substantie die niet slechts woord, noch beeld en/of geluid is, maar alles is dat zich in een fractie van enkele seconden als een multidimensionale zintuigelijke ervaring kan openbaren en kan optreden in oprechte hart-tot-hart verbinding. Daarom kom ik bij de eindmanifestatie van ALAKONDRE: A Space in Time tot de volgende conclusie: Deze tijdruimtelijkheid heeft zich zowel virtueel, fysiek als symbolisch gemanifesteerd, waarvan het beschouwd kan worden als emotionele, rationale, psychologische en spirituele uitlaatklep. En het volgende lijkt te spelen: Met alakondre-fasi hebben we zelf en al lang herstelbetaling aan onszelf gedaan. Als onze trots; en onze kracht! 

Daarom geef ik graag schouderklopje aan collega’s. Die hebben mij de afgelopen maanden van nabij laten zien wat onze gezamenlijke potentie echt is: De alakondre-magie. Hoe je het ook wilt noemen, we hebben in Suriname zelf deze magische substantie ontwikkeld. Met eigen kennis, eigen ervaring, vanuit eigen pijn en frustratie. Als ik namens de beeldende kunst in Suriname mag spreken, is het me duidelijk: We zijn er nog niet, maar goed op weg. We hebben het niet nodig om ons in te mengen in dat typisch kolonialistische gekakel van dekolonisatie.

Manifestatie 1980 – 1989: Surinaamse verhalen van vreugde en verdriet opende met een performance van Alida. In het echte werk dat wij te verzetten hebben om de Surinaamse yeye te helen, doken in Alida’s performance tekenen van leven op voor mijn ogen. Een reeks ‘consultaties’ van het publiek die daarop volgde vormden symbolisch het collectief archief. Hierin kon ik zien hoe de spanning tussen individuele bijdragen en de collectieve lasten een magische ervaring tot stand kunnen brengen.

Watch Video

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s